Om de bestrijding van dierziekten te kunnen betalen is er een Diergezondheidsfonds. Met name in de schapen- en geitenhouderij is sprake van een relatief groot aandeel hobbyhouders. De heffingsgrens is gelegd bij 25 of meer schapen of geiten.
Op deze houderijen bevinden zich 82% van de totale schapen en geiten in Nederland. Voor houders met 25 of minder schapen en geiten betaalt de overheid eventuele kosten die te maken hebben met het collectieve belang van de diergezondheid.
- Houders met meer dan 25 schapen of geiten krijgen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland een rekening voor het diergezondheidsfonds.
- Er zijn meerdere peildata: 1 november, 1 februari, 1 mei en 1 augustus.
- De dieren worden geteld per 'kop'. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen ooien /geiten, rammen/bokken en lammeren.
- De aantallen worden bij elkaar opgeteld, gedeeld door vier en vermenigvuldigd met het vastgestelde tarief.
- Het tarief is opgebouwd uit bestrijdingskosten en preventiekosten en bedraagt voor 2018 en 2019 per schaap of geit € 1,23.
De houders van 25 of meer schapen en/of geiten betalen mee aan de bestrijding van dierziekten, zoals vaccinatie tegen Q-koorts, maar ook aan onderzoek naar bestrijdingsplichtige dierziekten, zoals scrapie en salmonella,
Bron: Diergezondheidsfonds schapen en geiten op RVO
Terug naar: