
In het draaiboek aviaire influenza staat het zo: gehouden vogels die vanuit hobby, sport, schadebeheer of om andere redenen rondvliegen (en daarbij in direct contact met wilde vogels of in de buurt van pluimveebedrijven kunnen komen) moeten in elk geval tijdens de standstill binnen hun hok en/of volière blijven. Dat geldt ook voor hoenderachtigen (waar de welzijnsimpact van ophokken acceptabel wordt geacht)
Voor alle andere categorieën hobbymatig gehouden vogels, waaronder watervogels, probeert de houder met andere maatregelen contact met wilde vogels en hun uitwerpselen te voorkomen. Dit is mede in het belang van de houder zelf, aangezien hij op die manier de kans dat zijn dieren besmet raken verkleint. Voor hobbymatig gehouden pluimvee en vogels kan, rekening houdend met het dierenwelzijn en op basis van een risico-inschatting worden besloten de afschermplicht te versoepelen of aan te passen.''
Sinds 2021 is Nederland verplicht ook rond besmette hobbypluimveehouderijen en kinderboerderijen zones in te stellen waar vervoersverboden gelden. Lidstaten mogen van deze Europese regels afwijken in geval er sprake is van houderijen met minder dan 50 vogels.
Binnen het 3 en 10 kilometer gebied gelden bovenop de landelijke maatregelen strengere maatregelen voor onder andere vervoer van dieren en producten, een, bezoekersverbod en een jachtverbod.
Welke dieren mag ik vervoeren in het gebied?
Een verplaatsingsverbod geldt voor het verplaatsen voor vogels die van of naar een locatie gaan waar vogels worden gehouden. Vervoer van andere dieren dan vogels is onverminderd toegestaan als van of naar locatie zonder vogels.
De Europees voorgeschreven norm is dat er geen verplaatsingen van vogels vanuit het gebied toegestaan zijn vanuit inrichtingen. Duiven zijn vogels en de plaats waar ze worden gehouden, zijn inrichtingen. Houders van duiven worden dus per definitie als ‘inrichting’ aangemerkt, en voor deze houders geldt dus het verplaatsingsverbod van vogels in een beperkingszone. Duiven mogen dan dus niet naar een evenement buiten de beperkingszone vervoerd worden.
Wat is een inrichting?
In de gebiedsregelingen is in artikel 4 opgenomen dat het verboden is om vogels te verplaatsen vanuit en naar een inrichting. Een inrichting is in de AHR (Animal Health Regulation) gedefinieerd als: een ruimte, structuur of, in geval van een veehouderij waar dieren buiten worden gehouden, een milieu of plaats waar dieren of levende producten worden gehouden, op tijdelijke of permanente basis,
met uitzondering van:
a) huishoudens waar gezelschapsdieren worden gehouden;
b) dierenartspraktijken en veterinaire klinieken.
Degene die duiven, kippen, kalkoenen, eenden, ganzen, kwartels, fazanten, patrijzen of loopvogels houdt, houdt deze dieren altijd in een inrichting. Op basis van de diergezondheidsverordening (verordening (EU) nr. 2016/429) kunnen duiven niet als gezelschapsdieren worden gehouden, volgens artikel 4, onderdeel 11. Dat artikel verwijst naar bijlage 1, deel B van de diergezondheidsverordening waarin gezelschapsdieren zijn gedefinieerd. Uit dat artikel volgt ook dat gezelschapsdieren worden gehouden voor niet-commerciële privé-doeleinden, Om vogels als gezelschapsdieren te houden, moet het gaan om andere vogelsoorten dan kippen, kalkoenen, parelhoen, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels (Ratitae), mits ze voor niet-commerciële privé doeleinden worden gehouden.
Hieruit volgt dat kippen, kalkoeken, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels nooit gezelschapsdieren zijn, en andere vogelsoorten wel (bijv. een kanarie), mits ze voor niet-commerciële privé doeleinden worden gehouden.
Mag ik nog met mijn vogel die ik houd als huisdier naar de dierenarts in het gebied?
Alle andere vogelsoorten dan kippen, kalkoenen, parelhoen, eenden ganzen, kwartels duiven fazanten, patrijzen en loopvogels (Ratitae) mag je verplaatsen naar een dierenarts. Vogels die wel onder bovengenoemde soorten vallen, die je als gezelschapsdier houdt, mogen niet verplaatst worden. Een dierenarts mag wel bij jou thuis komen om de dieren te onderzoeken/behandelen.
De Minister van LNV mag afwijken van voorgeschreven maatregelen, onder andere als een uitbraak zich voordoet in een inrichting waar maximaal 50 in gevangenschap levende vogels worden gehouden (onderdeel c van dat artikel). In dat geval mag worden afgeweken van de verplichting om bijvoorbeeld een vervoersverbod in te stellen. De Minister mag dit alleen doen als er naar haar oordeel geen risico’s voor verdere verspreiding van de dierziekte zijn. “In gevangenschap levende vogels” zijn vogels die worden gehouden met een ander doel dan de productie van eieren, vlees of andere dierlijke producten, maar voor bijvoorbeeld voor de gezelligheid, tentoonstellingen of wedstrijden. Dat neemt niet weg dat wel andere maatregelen (kunnen) worden getroffen, zoals het doden van besmette dieren en verdachte dieren. Ook daar gelden weer uitzonderingen voor, bijvoorbeeld als het gaat om de opvang van in het wild levende vogels of om dieren van zeldzame rassen (artikel 13, tweede lid, van verordening 2020/687). Dit uiteraard na eerst een risicobeoordeling te hebben uitgevoerd.
- hoenderachtigen, zoals kippen, kalkoenen, fazanten, kwartels, parelhoenders, patrijzen, pauwen, grootpoothoenders en hokko's
- watervogels, zoals eenden, ganzen en zwanen
- loopvogels, zoals struisvogels, emoes en nandoes
In het draaiboek staat:
Wie duiven houdt in een straal van 10 kilometer van een besmet bedrijf mag de duiven niet vervoeren (vervoersverbod);
moet de duiven afschermen (afschermplicht) om zo te voorkomen dat je duiven in contact komen met wilde watervogels en hun uitwerpselen.
Dit heeft gevolgen voor de duivenhouder, maar ook voor duivenverenigingen. Binnen een beperkingszone mag je bijvoorbeeld niet meer inkorven. En is het opleren van duiven niet toegestaan.
Er gelden geen maatregelen buiten een beperkingszone. Duiven zijn geen risicovogels. Zij kunnen echter wel besmet raken met het vogelgriepvirus, maar ze worden meestal niet ziek.