Het signaleren van vogelgriep kan beter en sneller, vindt onderzoeker Armin Elbers van Wageningen Bioveterinary Research. Besmettingen kunnen eerder worden gemeld, zegt hij in een interview met Nieuwe Oogst.
Elbers stelt voor dat pluimveehouders het bloed van hun kippen direct laten onderzoeken op vogelgriep, zodra er drie keer zoveel kippen dood gaan als in de week daarvoor.
Er zijn dertig tot vijftig introducties van laagpathogene vogelgriep per jaar, merendeels op uitloopbedrijven, aldus Elbers. Daar is de dreiging van hoogpathogene vogelgriep bijgekomen. ''Die situatie blijft de komende jaren. Daar kunnen we niet omheen.'' Op basis van besmettingsgevallen die door Elbers zijn onderzocht, zou er bij laagpathogene besmettingen met een aangescherpte signalering zeker een week tijdwinst geboekt kunnen worden. Hoogpathogene vogelgriep mis je niet, maar ook daar is zeker twee dagen winst te halen, zegt hij.
''Is een afwijkende gezondheidsstatus nog niet gemeld, dan kan het virus vrij rondwaren en zich verspreiden'', geeft hij het belang van een tijdige signalering aan. ''Nog belangrijker is dat een laagpathogeen H5- of H7-virus kan muteren naar hoogpathogeen. Dat is namelijk in 2003 gebeurd.'
Pluimveebedrijven worden minimaal één keer per jaar serologisch getest en in de uitslagen is geregeld te zien dat er een infectie is geweest, aldus Elbers. Het risico op ontsporing is dus altijd aanwezig.
Klik hier voor de actuele situatie vogelgriep.
Redactie Levende Have/Bron: Nieuwe Oogst